Uitleg van de gebruikte termen
In het schema kom je een aantal woorden tegen. Dit bedoelen wij ermee:

Warming-up= Je lichaam rustig wakker maken. We starten altijd met wandelen, van langzaam naar wat steviger, zodat je spieren en ademhaling klaar zijn voor de training.

Interval = Afwisselen van stukjes harder lopen met rustig lopen of wandelen.

Tempo 0 = Heel rustig tempo – als warming-up of als herstel.

Tempo 1 = Praattempo. Je kunt nog makkelijk kletsen, maar je voelt wel dat je ademhaling een beetje omhoog gaat. 

Tempo 2 = Iets pittiger. Je kunt nog wel praten, maar moet wat beter op je ademhaling letten.

Tempo 3 = Uitdagend. Je kunt nog nét praten in korte zinnen, maar je moet wel hijgen.

h=herstel; Het herstel tussen de intervallen door:

Dribbelen= Heel rustig joggen om te herstellen tussen twee intervallen. Zo blijf je bewegen terwijl je ademhaling weer tot rust komt.

WDW = wandel-dribbel-wandel. Een combinatie van wandelen en dribbelen om te herstellen tussen twee intervallen.

Cooling-down = Even uitzweten en je lichaam de kans geven om ademhaling en hartslag rustig te laten zakken.